Het Burgerschapsmuseum


Een toer door ons eigen Burgerschapsmuseum!
Kinderen kunnen zich verwonderen in ons nieuwe Burgerschapsmuseum. Door
middel van een interactieve tour leren ze van alles over burgerschap. Ze stappen even uit de school, ook al zijn ze er nog steeds. Door te denken hoe kinderen de wereld zien, hebben we een lokaal omgetoverd tot een waar museum. Maar niet een museum waar je in eerste instantie aan denkt, nee… een wonderlijke tour langs kastelen, de digitale snelweg, een kleurrijke wereldstraat en een reis door de natuur.

Dit allemaal om onze kinderen bekend te maken met burgerschap, want:

“Elke stap is burgerschap”!

Zo leren de kinderen over normen en waarden, wat is een democratie? Hoe gedraag ik me in de echte wereld maar ook in de digitale wereld? Wat is belangrijk om te behouden in de wereld? Waar moeten we extra voor zorgen?

Dit alles hebben we samengevat in een mooie route door het museum, zodat kinderen spelenderwijs leren wat burgerschap inhoudt, wat hun rol daarin is of wordt en wat zij nu al kunnen inzetten. Ook sluiten de verschillende zones aan op de kerndoelen die opgesteld zijn door het SLO.

 

Zes verschillende zones

 

Zone 1: Bloeicultuur/Schoolcultuur
In zone 1 wordt aan de kinderen onze schoolcultuur geïntroduceerd: wat is een schoolcultuur? Wat is een fijne schoolcultuur? Hoe zorg je ervoor dat jij hier goed aan deelneemt?


Doelen vanuit het SLO:

Kerndoel 1: Schoolcultuur.
Doelzin: De school zorgt voor een democratische cultuur.
 
Het gaat hierbij om:
1.1 Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie.
 
Uitwerking van dit doel:
Start met een shot van de boom, belicht wat vlaggen en vertel daar het een en ander over. Daarna benoemen we dat we een openbare school zijn met ruimte voor alle godsdiensten en geloven of overtuigingen. Ook een verwoording van “Elk kind is van iedereen.” Dat we benadrukken dat kinderen bij iedereen terecht kunnen en zich hierdoor nooit onveilig hoeven te voelen.
 
1.2 Aanbieden van activiteiten die de betekenis van democratische waarden laten zien.
 
Uitwerking van dit doel:
Een korte inleiding van het concept democratie. De oorsprong, de reden waarom, de uitwerking en de uitleg waarom dit zo belangrijk is en wat er zou gebeuren als dit er niet zou zijn.
 
1.3 Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover.
 
Uitwerking van dit doel:
Uitleg over dat je een mening mag hebben maar je respect moet hebben als iemand jouw mening niet deelt of goed vind. Wat betekent moreel? Offline en online tegenover elkaar zetten en dit lichtelijk bespreekbaar maken.
 
1.4 Samen met leerlingen vormgeven van een democratische cultuur.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat is een democratische cultuur? Waar dient dit voor? Wie is hierin belangrijk? Wie beslist er in een democratische cultuur?
 
1.5 Aandacht besteden aan actualiteit en maatschappelijke vraagstukken in samenhang met verschillende leergebieden.

Uitwerking van dit doel:

Hoe werkt de wereld? Wat speelt zich af in andere landen? Wat speelt zich af in dit land? Wat zijn maatschappelijke vraagstukken? Hoe beantwoord je die? Zijn dit vraagstukken van iedereen? Wat weet je over de maatschappij, wie zijn dat?
 
Zone 2: Kasteelgang – Democratie/Geloven
Kerndoel 5: Democratische betrokkenheid.
 
Doelzin: De leerling verkent hoe die democratisch handelen in dagelijkse situaties kan vormgeven.

 

Het gaat hierbij om:
 
5.1 Beschrijven hoe in een democratie macht en invloed worden uitgeoefend.
 
Uitwerking van dit doel:
Op de banieren de regels van een democratie beschrijven. Wie heeft er de macht? Hoe wordt die macht gegeven? Wie bepaalt dat? Etc.
 
5.2 Benoemen van vormen van inspraak en besluitvorming in dagelijkse situaties.
 
Uitwerking van dit doel:
Via een stemloket (in middeleeuwse stijl) een soort mini spel waarbij je zelf een regel mag indienen, erna stem je welke regel jij goed vindt om in te voeren. Je mag dan uiteraard niet op je eigen bedachte regel stemmen. Erna wordt geteld en wordt de regel overgedragen aan het schoolbestuur die daarnaar gaat kijken.
 
5.3 Communiceren op een respectvolle wijze.
 
Uitwerking van dit doel:
Verschillende communicatiemiddelen laten zien door de tijd heen. Waar begon communicatie mee? Denk aan de hiërogliefen die gekerfd zijn in de kasteelmuur (Mini Spel: door middel van een legenda kunnen de kinderen de hiërogliefen ontcijferen met als extra opdracht: maak je eigen codetaal).
 
5.4 Leren omgaan met de wensen en de stem van de minderheid in besluitvormingsprocessen.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat is een minderheid? Wie behartigt hun stem? Wat voor soort besluitvormingsprocessen zijn er? Laat door middel van afbeeldingen zien wat er bedoeld wordt met een minderheid. Vraag aan leerlingen hoe zij het zouden vinden om in de minderheid te zijn.
 
5.5 Reflecteren op proces en uitkomsten van inspraak en besluitvorming in de schoolomgeving.

Uitwerking van dit doel:
Een kort reflectiegesprek over wat leerlingen nu weten over democratie en hoe iets beslist wordt, ook met betrekking op school.

Zone 3: Historische figuren – Beroemde mensen
Doelzin: De leerling handelt respectvol vanuit kennis over een diverse samenleving.
 
Zone 4: Digitale geletterdheid – Social Media
Doelzin: De leerling gaat veilig om met digitale systemen, data en de privacy van zichzelf en anderen.

 

Kerndoel 2: Diversiteit.
 
2.1 Kennis over hoe de grondwet diversiteit in geloofs- en levensovertuiging, politieke voorkeur, afkomst, gender, seksuele oriëntatie en beperkingen beschermt.
 
Uitwerking van dit doel:
Op de fotowand worden afbeeldingen van belangrijke mensen die leven of geleefd hebben getoond, met daarbij ook hun eigen leefwijze, geloofsovertuiging, afkomst etc. 
Wie
zijn/waren deze mensen? Waarom zijn/waren deze mensen beroemd? Wat is hun grootste overwinning of uitvinding of idee geweest?
 
2.2 Inschatten en bespreken van situaties die racistisch, discriminerend of stereotyperend zijn.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat is racisme? Wat is discriminatie? Wat is stereotyperend? Open het gesprek met de leerlingen of ze dit weleens hebben ervaren of zelf hebben gedaan. Laat met simpele voorbeelden zien wat deze dingen met een mens doen. Leg uit dat iedereen hierin een rol speelt om dit in stand te houden, maar ook om dit te beëindigen.
 
2.3 Verkennen van en reflecteren op de eigen offline en online identiteit in relatie tot anderen.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat is jouw identiteit online? Wie ben jij als niemand jou zou zien? Verander je als je zelf zou mogen kiezen hoe je er uitziet. (Mini spel: laat kinderen zichzelf via een keuzeprogramma hun eigen avatar maken, zijn ze nog dezelfde kleur huid? Zien ze er nog steeds hetzelfde uit? Zijn ze nog steeds hetzelfde geslacht? Etc.

 

2.4 In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen.
 
Uitwerking van dit doel:
Speel of stel een situatie voor waarin een kind een andere mening heeft dan een ander kind. Laat ze bijvoorbeeld een strandbal voor zich zien en zeg tegen de 1 dat de kleuren rood en groen zijn en tegen de ander dat de kleuren geel en blauw zijn. Door middel van een discussie die ontstaat, ga je proberen dat zij de ander ervan moeten overtuigen dat de strandbal maar 2 kleuren heeft. Uiteindelijk vertel je de kinderen dat de strandbal 4
kleuren heeft, maar omdat je het vanuit 1 kant bekijkt, je maar 2 kleuren kunt zien. Leg dan uit dat je vanuit een ander perspectief alle kleuren zou zien en je nooit kunt zeggen dat iets zomaar zo is.
 
Zone 5: Muziek – Cultuur – Voedsel
Kerndoel 4: Maatschappelijke betrokkenheid.
 
Doelzin: De leerling verkent verschillende mogelijkheden om bij te dragen aan de samenleving.

 

4.1 Kennis over taken, rollen, rechten en plichten van burgers in de samenleving.
 
Uitwerking van dit doel:
De leerlingen wandelen door de Mexicaans gestileerde straat en zien de geschiedenis van volken en culturen.

4.2 Verkennen welke middelen kunnen worden ingezet om individueel en collectief bij te dragen
aan maatschappelijke veranderingen.

Uitwerking van dit doel:
Wat vormt een samenleving? Hoe zijn die ontstaan? Wat zijn belangrijke dingen die voortkomen uit een

samenleving? Wat is er maatschappelijk veranderd in de afgelopen eeuwen? In de straat zie je nog oude invloeden van vorige samenlevingen.
 
4.3 Oriënteren op maatschappelijke initiatieven, bewegingen en organisaties.
 
Uitwerking van dit doel:
Oude posters van organisaties/bewegingen (denk aan vrouwenstemrecht, homohuwelijk etc.). Wat zijn initiatieven die zijn doorgevoerd? Wat zijn belangrijke figuren die dit hebben verwezenlijkt? Laat daarvan afbeeldingen zien in bijvoorbeeld bustes (borstbeelden) die in een raam staan of op een sokkel.
 
4.4 Benoemen en waarderen van de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat zijn de leerlingen hun eigen bijdrage aan een samenleving? Wat zouden ze uit de straat willen bewaren en zorg voor willen dragen?
 
4.5 Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat zouden leerlingen nog kunnen verbeteren om meer betrokken te zijn in de samenleving? Welke oplossingen of verbeterpunten zouden ze kunnen aandragen?
 
Zone 6: Natuur – Klimaat
Kerndoel 6: Maatschappelijke vraagstukken.
 
Doelzin: De leerling gebruikt passende strategieën bij het creëren en gebruiken van verschillende typen digitale producten.
 
6.1 Benoemen welke belangen en perspectieven een rol spelen binnen actuele, maatschappelijke en planetaire vraagstukken.
 
Uitwerking van dit doel:
Laat kinderen nadenken over wat de mensheid voor voetafdruk achterlaat op de planeet. Wat voor belang heeft de mensheid dat de planeet gezond blijft?

6.2 Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen.

Uitwerking van dit doel:
Wat is hun idee van een goede wereld/planeet met de nadruk op de natuur? Daag de leerlingen uit om na te denken over iets wat zij zouden willen en of dit bijdraagt aan een gezonde planeet en welk effect dit heeft op de natuur.
 
6.3 Reflecteren hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat kunnen leerlingen aanpassen aan henzelf om ervoor te zorgen dat de planeet gezond blijft? Welke kleine stap is er nu al te zetten?
 
6.4 Verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn.
 
Uitwerking van dit doel:
Wat zouden leerlingen op kunnen lossen? Maak mini spellen over een overstroming, eerst zou er een dijk kunnen worden geplaatst, maar wat is de langdurige oplossing? Waarom is het nodig om steeds meer dijken te bouwen? Maak voorbeelden wat er gebeurt wanneer we als mensheid niet beter omgaan met de aarde en wat het effect heeft op de langere termijn.